1.   gemaal 1 zn. 'pompstation voor ontwateren en uitwateren'
categorie:
geleed woord
Mnl. gemaill 'het malen met de molen; het gemalen graan' [1342; MNW molster], gemael, gemail 'gebied waarbinnen men verplicht is zijn graan bij een bepaalde molen te laten malen' [14e eeuw; MNHWS]; vnnl. 'graan dat gemalen wordt of is, meel', in wynen, bieren, vleesch, ghemael [1583; WNT Aanv. consumptie]; nnl. gemaal 'het malen, de werking van het waterwerktuig' in (waterberging) groot genoeg om de bovenmolens in het gemaal te houden '... aan het werk te houden' [1844; WNT], 'het waterwerktuig zelf waarmee land bemalen wordt', in deze laatste polder had eertijds een gemaal van schepraderen [1844; WNT]; in samenstellingen als stoomgemaal, bijv. de stoomgemalen en de waterwerken daarmee in verband staande [1866; WNT waterwerk].
Afleiding, met het voorvoegsel ge- (sub d) van het werkwoord malen 'met een draaiende beweging bewerken of verwijderen'. Toen de windmolens voor het beheersen van het waterpeil vervangen werden door stoommachines (de eerste in 1776 bij de Zuidplas bij Rotterdam), is het woord gemaal, dat gebruikt werd om de werking van de windmolens en wrsch. ook alles wat tot de windmolen behoorde, te benoemen, overgegaan op de nieuwe werktuigen zelf. Tegenwoordig betekent gemaal 'pompstation' dus 'pompwerktuig(en) inclusief gebouw(en)'.


  naar boven