1.   reflex zn. 'onwillekeurige reactie'
categorie:
leenwoord
Nnl. eerst de vorm reflexus 'onwillekeurige reactie (op een zenuwprikkel)' in door den reflexus van de prikkeling der gevoelszenuwen [1840; WNT], dan reflectie 'id.' in de reflectie van eene gevoelszenuw [WNT reflectie], en reflex 'id.' in om zulke handelingen te onderscheiden heeft men de benaming "reflex" uitgevonden [1860; WNT], 'weerspiegeling' in de doorschijnende schaduwen en reflexen [1880; WNT lichten I].
Ontleend, aanvankelijk in gelatiniseerde vorm, aan Frans réflexe 'onwillekeurige reactie op een zenuwprikkel' [1855; Rey], verkorting van het bn. in action réflexe 'id.' [1841; Rey], waarin het bn. réflexe een geleerde ontlening is aan Latijn reflexus 'omgedraaid, teruggebogen', verl.deelw. van reflectere 'ombuigen, achterwaarts buigen', gevormd met re- 'terug-' bij flectere 'buigen, vouwen', zie flecteren. Bij een reflex worden de zenuwsignalen teruggebogen nog voor ze de hersenen bereiken.
Eerdere, niet-fysiologische en inmiddels verouderde betekenissen van het Franse bn. réflexe zijn 'plaatsvindend door weerkaatsing' [1372; Rey], 'met betrekking tot weerkaatsing' [1697; Rey]. Deze gaan terug op een middeleeuws-Latijnse betekenis van reflexus 'weerkaatsing, terugbuiging' [ca. 1325; Rey]. Daarnaast bestond een afleiding Laatlatijn reflexio 'weerkaatsing, terugbuiging', dat in het Frans als réflexion en in het Nederlands als reflectie (voorheen ook wel reflexie) is overgenomen: vnnl. reflectie 'weerkaatsing van licht' [1553; iWNT], reflectie 'overweging' [1596; iWNT], reflexy 'weerglans (in de schilderkunst)' [1604; iWNT]. Beide woorden werden aanvankelijk zonder onderscheid gebruikt, zoals in reflexen of wederglansen 'weerglans (in de schilderkunst)' [begin 17e eeuw; iWNT weerglans] en de reflectie van eene gevoelszenuw [1844; iWNT].
Fries: reflex


  naar boven