1.   getogen bn. 'opgevoed'
categorie:
geleed woord
Mnl. reeds in de verbinding geboren en/of getogen in die in den dale woont off dair in gebooren off getoogen is 'wie in het dal woont of daarin geboren of getogen is' [1477; Teuth.]; vnnl. ook nog wel buiten de vaste verbinding, bijv. in in Godt ghetoghen 'religieus opgevoed' [1600-50; WNT verwezenen]; nnl. gebooren en getoogen [1805; WNT religie].
Verl.deelw. van mnl. tien 'trekken, gaan, richting geven', reeds onl. tion, zie tijgen, in de betekenis 'kweken, opvoeden', zoals bijv. in die kyndere ... die zal men ... te goeden dinghen tien 'de kinderen moet men tot het goede opvoeden' [ca. 1450; MNW], en zie opgetogen en ingetogen.
Fries: -


  naar boven