1.   pick-up zn. 'platenspeler; kleine open vrachtwagen'
categorie:
leenwoord, verkorting
Nnl. pick-up 'apparaat aan de arm van de grammofoon dat het geluid van de plaat naar een radio overbrengt' in een grammofoonweergever - pick up - die grammofoonplaten via de radio laat horen [1928; Groene Amsterdammer], bij uitbreiding 'platenspeler' in ik leg een gramofoonplaat op den pick-up [1940; Vaderland], 'kleine open vrachtwagen' [1961; Van Dale].
In de betekenis 'platenspeler' ontleend aan Engels pick-up head, pick-up 'toonkop' [1926; OED], van pick up 'oppakken, ophalen, oppikken, inladen', zie pikken. In de betekenis 'kleine open vrachtwagen' in verkorte vorm ontleend aan Engels pickup truck 'vrachtwagen die op simpele wijze geladen kan worden, gemakkelijk lading oppikt' [1939; OED], in deze betekenis ook in het Engels soms wel verkort tot pick-up [1944; OED]. In het Engels is de naam pick-up niet overgegaan op de hele platenspeler, maar beperkt gebleven tot de toonkop.
Fries: pick-up


  naar boven