1.   zodanig bn., vnw. 'van dergelijke aard'
Onl. zonder achtervoegsel so gedāna 'van dergelijke aard' in So gedane liude 'zulke lieden' [1151-1200; Reimbibel]; mnl. soghedaen, sodaen, sodanich in sodeneghe suptijlheit 'dergelijke subtielheid' [1276-1300; VMNW], soegedane macht 'zulke macht' [1291-1300; VMNW], Want minne es so daen van naturen Dat ... 'want liefde is van zodanige aard, dat ...' [1290-1310; MNW-R], so danech werc 'zo'n kunstwerk' [1340-60; MNW-R].
Afleiding met -ig van het synonieme Middelnederlandse voornaamwoord sodaen, dat is samengesteld uit het voornaamwoord zo en daen, het verl.deelw. zonder voorvoegsel van doen. Zie verder hoedanig.
Fries: -


  naar boven