1.   kathedraal zn. 'bisschopskerk'
categorie:
leenvertaling, verkorting
Mnl. Doemkerken van Utrecht, welc een cathedrael ende een hoiftkerke is '(de) Domkerk van Utrecht, die een kathedraal ofwel een hoofdkerk is' [1462; WNT]; vnnl. cathedrale kercken 'kathedrale kerken' [1510; WNT kathedraal I], canonisyen van de cathedralen 'kanunniksprebenden van de kathedralen' [1622; WNT Aanv. besogneeren].
Verkorting van de vaste verbinding cathedrale kerk 'kathedraal', leenvertaling van middeleeuws Latijn ecclesia cathedralis [936-73; Rey], letterlijk 'bij de bisschopszetel behorende kerk', waarin het bn. een afleiding is van cathedra '(bisschops)zetel', zie katheder.
Fries: katedraal


  naar boven