1.   abattoir zn. 'slachthuis'
categorie:
leenwoord
Nnl. abatoir 'id.' [1861; WNT villen I].
Ontleend aan Frans abattoir 'slachthuis', een neologisme bij het werkwoord abattre 'neerslaan, doden' < vulgair Latijn abattuere, afgeleid van Latijn batt(u)ere 'slaan, stampen', zie batterij.
Fries: abattoir


  naar boven