1.   gouvernante zn. 'huisonderwijzeres; (historisch) landvoogdes'
categorie:
leenwoord
Vnnl. regente ende gouvernante in onser landen 'regentes en landvoogdes in onze landen' [1541; WNT regente], gouvernante 'opvoedster/huisonderwijzeres' [1672; WNT voetjongen], Gouvernantes ..., Pages, Pedagogen, Kamer-Dienaers enz. [1683; WNT paedagoog].
Ontleend aan Frans gouvernante 'opvoedster van een kind' [1534; Rey], eerder al 'vrouw van een gouverneur' [1477; Rey], afleiding van gouverner 'besturen', zie gouverneur. De betekenis 'huisonderwijzeres', eerder meer algemeen 'iemand die opvoedt' heeft zich ontwikkeld uit de betekenis 'iemand die leiding geeft, stuurt'.


  naar boven