1.   hakenkruis zn. 'swastika'
categorie:
leenvertaling
Nnl. het "Haken Kruis" 'naam van Ku Klux Klan-achtige beweging in Beieren' [1923; Groene Amsterdammer], haakkruis 'swastika' [1924; van Dale], hakenkruis 'id.' [jaren 1930; Roes 1934].
Samenstelling uit haak en kruis als leenvertaling uit Duits Hakenkreuz 'id.'; voor de samenstellende delen, zie haak en kruis. De puristische leenvertaling haakkruis, naar analogie van het enkelvoud in bijv. leliekruis, vorkkruis, pijlkruis, is in de levende taal nooit gebruikt.
De internationale naam voor dit symbool is swastika. De swastika, een kruis met gelijke armen die rechtsom in een rechte hoek zijn omgebogen, is een oud en wijdverbreid ornament en bedoeld als weergave van het zonnerad. De Latijnse naam ervan luidde crux gammata 'kruis met gamma's', omdat het als het ware is samengesteld uit viermaal de Griekse letter gamma. De onjuiste opvatting dat het niet zou voorkomen in Semitische culturen heeft er in de tweede helft van de 19e eeuw in het spoor van de toen opkomende vergelijkende taalwetenschap toe geleid het als specifiek Indo-Germaans en arisch symbool op te vatten. Dat paste goed in de ideologie van de nationaal-socialistische beweging in Duitsland die het symbool dan ook in 1933 als nationaal embleem invoerde. Mogelijk is de Nederlandse term pas sinds die tijd in gebruik.
Literatuur: A. Roes (1934), Het hakenkruis Arisch?, Haarlem; Philippa 1994, 129-131


  naar boven