1.   tabel zn. 'geordende lijst'
categorie:
leenwoord
Nnl. tabel, tabelle 'overzicht, geordende lijst' in Trigonometrische Tabellen ... heeten de Tafelen, waar in men de Sinus en Tangentes voor alle Graden ... vind [1740; WNT Aanv. sinus], Tabel van alle de metaale en ysere stukken kanon [1778; WNT], de in nevensgaande tabelle genoemde plaatsen [1808; WNT station], ook in allerlei samenstellingen, zoals (in) tabelvorm [1915; WNT], gewichtstabel [1919; WNT].
Ontleend, wrsch. via Duits Tabelle 'overzicht' [17e eeuw; Kluge], aan Latijn tabella 'inschrift, herdenkingstablet, plankje', verkleinwoord van tabula 'plank, tafel, schrijftablet', zie verder tafel.
Het rechtstreeks op Latijn tabula teruggaande Franse woord table, waarvoor zie ook tablet, kreeg naast onder meer 'tablet om op te schrijven' ook de betekenis 'register, geordende lijst' [1335; TLF]; dit woord zal wrsch. een rol hebben gespeeld bij de betekenisontwikkeling van het Nederlandse woord.
In het Middelnederlands en Vroegnieuwnederlands werd voor de betekenis 'register, lijst' het woord tafel gebruikt: reeds in 1240 betekent taffle 'tabel, (geslachts)register' [Bern.].
Fries: tabel


  naar boven