1.   geacheveerd bn. 'zorgvuldig afgewerkt, uitstekend'
categorie:
leenvertaling
Nnl. geacheveerd 'voltooid, geëindigd; volkomen, uitmuntend', een geacheveerde opvoeding 'een opvoeding waaraan niets ontbreekt' [beide 1864; Calisch], dit portret ... in zijn volheid van klare en geacheveerde factuur '... van volkomen heldere en uitmuntende makelij' [1906; WNT factuur II].
Leenvertaling van Frans achevé 'volmaakt, volkomen', letterlijk 'voltooid' [16e eeuw; Rey], verl.deelw. van achever 'voltooien' [1080; Rey], afgeleid van Oudfrans a ch(i)ef 'tot het einde', letterlijk 'tot het hoofd', zie chef. Het bij geacheveerd behorende werkwoord acheveren 'voltooien, zorgvuldig afwerken', zoals in de gouverneur acheveerde heden de expeditiebrieven [1803; WNT Aanv.], is in het Nederlands zeldzaam, evenals de letterlijke betekenis geacheveerd 'voltooid'.
Uit hetzelfde Franse werkwoord is ook Engels achieve 'bereiken, voor elkaar krijgen' [acheven ca. 1300; OED] ontstaan.


  naar boven