1.   plataan zn. 'loofboom (geslacht Platanus)'
categorie:
leenwoord
Mnl. in de Latijnse vorm Enen platanus 'een plataan' [1300-25; MNW-R], platane in van amandelboomen ende van plantane (lees platane of platanen) [ca. 1425; MNW].
Ontleend via Latijn platanus 'plataan' aan Grieks plátanos 'id.', waarschijnlijk afgeleid van platús 'breed', vanwege de brede bladeren of de brede kruin. Zie verder plat 1.
Fries: plataan


  naar boven