|
1. |
legitiem bn. 'volgens de wet, rechtmatig, gegrond' categorie: leenwoord Vnnl. legitiem 'rechtmatig, wettig' in moeten hem legitiem vrij behouden 'moeten hem volgens de wet vrij laten' [1548; Stall.], legittime portie 'wettelijk erfdeel' [1587; Stall.]; nnl. legitiem ook overdrachtelijk 'gerechtvaardigd door de feiten en omstandigheden' in een zeer legitieme vraag [1961; WNT Aanv. geluid]. Ontleend aan Frans légitime 'volgens de wet, rechtmatig' [1266; Rey], teruggaand op Latijn lēgitimus 'id.' afleiding van lēx (genitief lēgis) 'wet', zie legaal. Fries: legitym
|
naar boven
|