1.   verbazen ww. 'verwonderen'
Mnl. verbasen 'in de war brengen' in Mine ziele, waerom bedroefdi u ende verbaest mi? 'mijn ziel, waarom ben je zo bedroefd en breng je me in de war?' [1340-60; MNW-P]; vnnl. verbasen ook 'angst aanjagen' in Och mocht icse verbasen gelijc de hasen 'Och mocht ik hen zo bang maken als de hazen' [1500-50; iWNT], 'verwonderen' in ik bemin haar met eene drift die my zelf verbaast [1782; WNT]; verbazen 'in verwondering brengen' [1829; Martin].
Afleiding met het voorvoegsel ver- (sub d) van mnl. basen 'bazelen, raaskallen, gek doen', zie het daarvan afgeleide frequentatief bazelen.
De oorspr. betekenis '(iemand) in de war brengen' is na de 18e eeuw nauwelijks meer aangetroffen. De overgang van 'schrik aanjagen', 'ontstellen' naar 'verwonderen' is heel geleidelijk gegaan, zodat uit citaten niet altijd valt uit maken welke betekenis is bedoeld.
Fries: ferbaze


  naar boven