|
91. |
cyaan zn. 'kleurloos, zeer giftig gas (CN); blauwe kleur' categorie: leenwoord, geleerde schepping Nnl. deze stof wordt ook wel cyangas, cyan en blaauwstof genaamd [1831; WNT Aanv.], in cyan-zilver-kalium 'zekere chemische verbinding' [1852; WNT verzilvering], cyan 'blauwstof' [1872; Dale]. Vooral bekend in de samenstelling cyaankali 'zwaar vergif' [1908; WNT verzinken]. Neologisme op basis van Latijn cyaneus 'donkerblauw', of direct ontleend aan Grieks kuáneos 'van lazuursteen, donkerblauw' dat is afgeleid van het zn. kúanos 'lazuursteen'. Ook Hittitisch kuwanna 'koperblauw'. Zo genoemd omdat de huid blauw kleurt bij vergiftiging met dit gas. ◆ cyanide zn. 'cyaanverbinding'. Nnl. cyanide [1885; Kramers-Bonte]. Internationale afleiding van cyaan met behulp van het achtervoegsel -ide, waarmee veel aanduidingen voor chemische verbindingen worden gevormd. Fries: syaan
|
92. |
cyanide categorie: geleerde schepping Zie: cyaan
|
93. |
cycloon zn. 'wervelstorm' categorie: leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend Nnl. cyclonen (mv.) [1863; WNT tornado], cycloon "kringstorm" [1872; Dale]. Ontleend aan Engels cyclone 'id.', een in 1848 [OED] door de Britse marineofficier en meteoroloog Henry Piddington (1797-1858) geïntroduceerde verzamelnaam voor alle soorten tropische stormen waarin de wind een sterke cirkelvormige beweging maakt, op basis van Grieks kúklos 'cirkel' (waaruit ook cyclus; verwant met wiel).
|
94. |
dahlia zn. 'sierplant van een geslacht uit de familie der Compositae' categorie: geleerde schepping, eponiem Nnl. dahlia [1846; WNT steunen I] Neolatijnse vorm die afgeleid is van de naam van de Zweedse botanicus Anders Dahl (1751-1789), een leerling van Linnaeus. Er komen ongeveer vijftien soorten van het genus dahlia voor in Midden-Amerika; door kruising zijn de z.g. tuindahlia's ontstaan. In 1789 of 1790 werd de eerste dahlia in Madrid geïmporteerd. De Spanjaard Cavanilles eerde Dahl door de plant naar hem te noemen (1791). Fries: daalje, dalje, dahlia
|
95. |
deflatie zn. 'waardevermeerdering van geld' categorie: leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend, leenbetekenis Nnl. deflatie 'erosie door wind' [1913; Baale], 'waardevermeerdering van geld' [1929; Kramers II]. In de oudste betekenis rechtstreeks of via het Engels ontleend aan Duits Deflation 'afvoeren door de wind' [1891], een neologisme, in januari 1891 geïntroduceerd door de geoloog Johannes Walther, gevormd uit Latijn dē- 'weg ... van', zie de-, en het werkwoord flāre 'waaien' (verwant met blazen), naar analogie van een andere geologische term ablatie 'erosie'. Vrijwel meteen na de introductie van het woord werd het in het Duits opgevat als het tegenovergestelde van Inflation, zie inflatie, van oorsprong een Engels woord inflation dat 'opblazing' betekende [1340; OED] en sinds 1860 'waardevermindering van geld'. In augustus 1891 wordt het woord deflation dan ook in het Engels geïntroduceerd in de betekenis 'het leeglopen van iets dat opgeblazen is'. In 1920, na de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende monetaire crisis, krijgt Engels deflation voor het eerst een economische betekenis, die sinds 1922 ook voorkomt in het Frans. Het Nederlands heeft deze betekenis, wellicht via het Frans, ontleend aan het Engels. De oorspr. betekenis wordt nog gebruikt in de geologie. ◆ deflatoir bn. 'verband houdend met deflatie'. Nnl. deflatoir 'id.' [1950; WNT Aanv.]. In het Nederlands gevormd als afleiding van deflatie. Fries: deflaasje
|
96. |
déjà vu zn. 'reeds bekende ervaring' categorie: leenwoord, geleerde schepping Nnl. [1934; Sijs 2001]. Ontleend aan Frans déjà vu, een verzelfstandigde combinatie van het bijwoord déjà 'reeds, eerder' en het verl.deelw. vu van voir 'zien'. Het gevoel dat men een gebeurtenis al eerder heeft meegemaakt is veel ouder dan de huidige naam. Al in de 5e eeuw schrijft Augustinus over falsae memoriae 'onjuiste herinneringen' waarin de Pythagoreërs duizend jaar eerder een bewijs zagen voor de zielsverhuizing. In de 19e eeuw kreeg het toen veelbeschreven verschijnsel zo'n twintig verschillende namen, zoals Frans fausse reconnaissance 'verkeerde herkenning' en Duits Doppelwahrnehmung 'dubbele waarneming'. De neutrale term déjà vu is in 1896 door de Franse arts F.L. Arnaud tijdens een lezing voorgesteld met het argument dat een vakterm niet moet vooruitlopen op de verklaring. Literatuur: D.Draaisma (2001) Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, Groningen, p. 146 e.v
|
97. |
demografie zn. 'statistische beschrijving der bevolking' categorie: geleerde schepping Nnl. demografie 'id.' [1883; WNT Aanv.]. Internationaal wetenschappelijk neologisme, gevormd uit de elementen Grieks dẽmos 'volk' (zoals in democratie) en -grafie.
|
98. |
deodorant zn. 'geurbestrijder' categorie: leenwoord, geleerde schepping Nnl. in de gelatiniseerde vorm: deodorans [1956; Kolsteren], deodorant [1968; WNT Aanv.]. Ontleend aan Frans déodorant 'id.' [1955; Rey] < Engels deodorant [1869; OED], een neologisme op basis van Latijn dē 'van ... weg' (zie de-) en het teg.deelw. odōrans (genitief odōrantis) van Latijn odōrāre 'geuren', bij het zn. odor 'geur', zie odeur. Mogelijk is het Nederlandse woord ook direct uit het Engels overgenomen en in de eerste vindplaats aan het Latijn aangepast.
|
99. |
derivaat zn. 'stof verkregen uit andere stoffen; het afgeleide' categorie: geleerde schepping Nnl. derivaat 'afgeleide stof' [1868; WNT uramil], derivaten 'afgeleide zaken' [1938; WNT Aanv.]. Internationale term op basis van Latijn dērīvātum 'het afgeleide', verl.deelw. van dērīvāre 'afleiden', gevormd met het voorvoegsel dē- 'uit, weg van' (zie de-) bij het zn. rīvus 'beek, stroom', zie rivaal.
|
100. |
detentie categorie: leenwoord, geleerde schepping Zie: detineren
|
< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >
naar boven
|