|
1. |
kwinkslag zn. 'geestig gezegde, aardigheid' categorie: geleed woord Mnl. quinckslach 'steek, onaardig bedoelde toespeling' in laet u quincslagen gaen! 'laat je toespelingen maar horen!' [1410; MNW]; vnnl. steeds minder pejoratief quinckslagh 'geestigheid, woordspeling' [1624; WNT]; nnl. kwinkslag "loopje, kneep, dubbelzinnigheid", hy wist het met een kwinkslag goed te maaken [beide 1717; Marin NF]. Samenstelling van kwink en slag in de betekenis 'list, streek'. Kwink is waarschijnlijk afgeleid van kwinken, vnnl. quinken 'zich vlug heen en weer bewegen' [1530; WNT], zie kwinkeleren. Fries: kwinkslach
|
naar boven
|