1.   akkefietje zn. 'onaangename taak; kleinigheid'
categorie:
leenwoord, volksetymologie in brontaal
Nnl. akefietje 'onaangename klus' [1836; WNT].
Ontleend aan Fries akkefyt, akkefy(t)sje 'baantje, (onaangenaam) werkje; voordelig zaakje'. Dit zou volgens een verklaring teruggaan op aquavitje 'brandewijntje' < Latijn aqua vītae 'levenswater', waaruit ook Zweeds, Deens akvavit 'soort jenever'. Het verband tussen de Latijnse en de Friese betekenis is dan niet echt duidelijk. Bij een andere verklaring wordt uitgegaan van een Friese ontlening aan Latijn officium, dat onder meer 'ambt, taak' betekent. Semantisch gezien is dit plausibeler. Om de vorm te verklaren moet men dan volksetymologie aannemen.
Fries: akkefyt, akkefytsje


  naar boven