1.   moeilijk bn. 'lastig'
categorie:
geleed woord
Mnl. moey(e)lijc, moy(e)lijc 'hinder veroorzakend, lastig' in die buc ... es arde fier ende starc ende i. moilic dier 'de bok is zeer woest en sterk en een lastig dier' [1287; VMNW], ook van zaken in Vryet ons allen van desen moyeliken anxte 'bevrijd ons allen van deze hinderlijke angst' [ca. 1420; MNW]; vnnl. mo(e)yelijk 'lastig om mee om te gaan, lastig uit te voeren' in Moyelijcke wegen 'lastige wegen' [1600; iWNT], Allerley swaer en moyelijck werck [1676; iWNT].
Afleiding van moeien 'hinderen, lastigvallen' met het achtervoegsel -lijk. De oorspr. betekenis is dus '(iemand) moeite of last aandoende'.
Fries: muoilik 'bedroefd; treurniswekkend'


  naar boven