1.   lik zn. (NN) 'gevangenis'
categorie:
leenwoord, alleen in België of Nederland
Nnl. in de lik 'in de gevangenis' [1858; Moormann].
Bargoens woord, herkomst onbekend. Het Rotwelsch (Duits-Bargoens) heeft een woord leck 'gevangenis' met als varianten leke en leage (Wolf 1985). De variatie Rotwelsch leck / Bargoens lik kan wijzen op Jiddische herkomst, omdat in Nederlands-Jiddisch een korte -e- gemakkelijk door een -i- vervangen kon worden, zie bijv. gis 1. De verdere etymologie, bijv. ontwikkeling uit het Hebreeuws, blijft echter ook in dat geval onbekend. Als er verband is met Hoogduits Loch (Mnd. lok) 'gat', oorspr. 'gevangenis' en verwant met luiken 'sluiten', dan is de klinkervariatie te verklaren door ontronding.
Fries: -


  naar boven