1.   bypass zn. 'omleiding'
categorie:
leenwoord
Nnl. bypass 'omloopleiding, hulpleiding' [1968; Kramers II], by-pass 'omlegging van de hoofdweg; operatief gemaakte omlegging rond verstopping van de kransslagader' [1989; Koenen/Smits 1992].
Ontleend aan Engels by-pass 'buisje om bloed om te leiden' [1957; OED], eerder bijv. al 'route ter vermijding van stadscentrum' [1922; OED] en 'buis om stoom, gas etc. om te leiden' [1848; OED], afleiding van het werkwoord pass by 'voorbijgaan'. Voor de etymologie van pass, zie passeren.


  naar boven