1.   gaas zn. 'doorschijnend weefsel; vlechtwerk uit metaaldraad'
categorie:
leenwoord
Vnnl. het gaas-doek waar op men leert letters merken [1691; Sewel EN samplar], gaas 'dun weefsel' [1692; Sanders 1995]; nnl. gaas 'dun weefsel óf dun vlechtwerk van metaal' [1707; WNT vliegenkas], zilver gaas 'fijn vlechtwerk van zilverdraad' [1754; WNT zilver I].
Ontleend aan Frans gaze 'doorschijnend weefsel' [1461; Rey], dat wrsch. via Spaans gasa is ontleend aan Arabisch qazz 'vlokzij, ruwe zijde' < Perzisch kaž, gaž. Het woord is mogelijk van oosterse oorsprong, gezien bijv. Hindi gazī 'dun katoenen weefsel' (BDE), hoewel dat ook ontleend kan zijn aan Engels gauze 'gaas', eerder gais [1561; BDE], dat zelf weer ontleend is aan het Frans.
Niet helemaal onwaarschijnlijk lijkt de theorie dat het woord van de stad Gaza in Palestina afgeleid zou zijn; hoewel er in Gaza geen industriële textielproductie te bewijzen is, was Gaza mogelijk de belangrijkste haven voor de handel in deze stof. Deze theorie krijgt steun door het feit dat in 1279 in een middeleeuws Latijns bericht van kruisridders over een stof geschreven wordt die gazzatum genoemd werd. Ontlening aan qazz via Spanje lijkt echter logischer omdat deze lijn geen leemtes vertoont en omdat het woord heel goed kan stammen uit een in Arabisch-Spanje gesproken dialect, waarvan de /q/-klank een g in een Romaanse taal kon worden; een theorie die beweert dat Arabisch /q/ in een Romaanse taal een c (/k/) moet worden, kan dan uitgesloten worden. De lijn over Spanje wordt misschien gesteund door het feit dat in twee Spaanse teksten van 1642 de vorm caza met /k/ voorkomt (Corominas).
Literatuur: Philippa 1991, 35; F. Corriente (1977), A grammatical sketch of the Spanish Arabic dialect bundle, Madrid, 53


  naar boven