dashond zn. 'teckel' categorie: leenvertaling Nnl. dashond 'id.' [1810; WNT Supp. afrennen]. Leenvertaling van Duits Dachshund 'id.' [15e eeuw; Pfeifer], gevormd uit Dachs 'das', zie das 2, en Hund 'hond', zie hond, omdat deze hondensoort voor de jacht op dassen gebruikt wordt. Synoniem met de jongere Duitse ontleningen taks 2 en het gebruikelijkere teckel.