1.   dar zn. 'mannetjesbij'
categorie:
substraatwoord, verkorting
Mnl. die cleyne byen ofte dornen 'de kleine bijen of darren' [1488; MNW dorne]; nnl. darren (mv.) [1853; WNT].
Het Middelnederlandse *drone is via metathese van de -r- tot mnl. dorne, darne geworden. De vorm darnen werd via assimiliatie tot darren, wat ten slotte een nieuw enkelvoud dar heeft opgeleverd. Nog in 1866 bestond het meervoud darns [WNT verzwermen] en in 1890 spreekt een Zuid-Nederlandse bron nog van Mannebie'n (ook darren, darnen of hommels geheeten) [WNT].
Os. drān, dreno (mnd. dorne, drone, drane, nhd. Drohne); ohd. treno (mhd. trene, tren, nhd. (dial.) Träne); oe. drān, drǣn (ne. drone); ode. drene, nzw. drönare; alle in de betekenissen 'bij, hommel, zoemend insect', afleiding van pgm. *dran-, *dren-, *drun- 'zoemen, dreunen'. De klinker wisselt in de Germaanse talen sterk, maar ontlening over en weer is ook niet uitgesloten.
Verwantschap met Grieks thrṓnax 'dar', ten-thrḗnē 'bij, wesp', an-thrḗnē 'wilde bij' is moeilijk, want dit zijn typisch woorden uit het Griekse substraat, die men dus niet verwacht in Noord-West-Europa. Verdere verwanten zijn niet bekend. Mede gezien de sterke klinkervariatie en het betekenisveld moet daarom ook voor het Germaanse woord een substraatherkomst worden verondersteld.
Mnl. dorne is vrouwelijk, nnl. dar is mannelijk. In de Middeleeuwen had men nog niet veel inzicht in de biologische verhoudingen bij de bijen; het woord was in het Middelnederlands de benaming van verschillende insecten, waaronder de broedbij. In het Fries wordt een dar nog steeds een brieder 'broedbij' genoemd. Duits Drohne is nog altijd vrouwelijk.
Afgeleid van dar is misschien het werkwoord darren.
Fries: dar


  naar boven