1.   vergeven ww. 'weggeven, kwijtschelden, vergiffenis schenken'
categorie:
geleed woord, geleed woord
Mnl. vergheven 'niet meer aanrekenen, kwijtschelden' in die missetat salt dvo en vergeuen 'die misdaad moet je hen vergeven' [1200-25; VMNW], forfait uergheuen 'geldstraf kwijtschelden' [1237; VMNW], ook 'vergiftigen, gif toedienen' in uergeuen 'vergiftigen' [1240; Bern.], vergaffene met venine 'vergiftigde hem met vergif' [1285; VMNW], 'geven' in Mocht gi mi enighen raet vergeven 'zou u mij enige raad geven' [1300-50; MNW], 'vergiffenis schenken' in (in het Onze Vader) Verghif ons onse scouden 'vergeef ons onze schulden' [1330; MNW], 'kwijtschelden' in vergheven ende quijtscelden die scult [15e eeuw; MNW]; vnnl. vergheven 'toewijzen, overdragen' in N. ..., wiens compagnie niet lange daernaer vergeven worde aen v. D [1596; WNT]; nnl. 'toewijzen' in De Bisschop ... vergeeft de kerkelijke ambten [1913; WNT].
Afleiding met het voorvoegsel ver- (sub a) van geven 'schenken, toedienen'. Zie ook gif 'giftige stof' en gift 'schenking'.
De betekenis 'vergiftigen' is verouderd, behalve in de hieronder genoemde constructie met het verl.deelw.
vergeven (van/met) bn. 'vol met (slechte, foute zaken)'. Nnl. "vergeven" van klein ongedierte [1898; WNT], vergeven van het onkruid [1914; WNT], een wereld die van sex is vergeven [1976; Archief Eemland]. Het als bijvoeglijk naamwoord en overdrachtelijk gebruikte verl.deelw. van vergeven in de verouderde betekenis 'vergiftigen'. ◆ vergiffenis zn. 'vergeving'. Mnl. vergiffenisse, vergevenisse 'vergif' in alse het vergheffenesse ware 'alsof het vergif was' [1265-70; CG II], Dese slang ... was sonder vergifnisse 'deze slang had geen vergif' [1290-1310; MNW-P], 'kwijtschelding van straf' in bidt vergeffenesse ... van dien dat hi hevet mesdaen [ca. 1350; MNW], verghiffenis der sonden [15e eeuw; MNW]; vnnl. Verghiffenisse, vergheuinghe 'vergeving' [1599; Kil.]; nnl. een generâle Amnesty en vergiffenisse zal worden afgekundigd [1748; WNT]. Gevormd met het achtervoegsel -nis van het ww. vergeven.
Fries: ferjaanferjeffenis


  naar boven