1.   vergaren ww. 'verzamelen'
categorie:
geleed woord
Mnl. vergaren 'bijeenkomen' in Doe was vergaert die raet der Joden 'toen was de Joodse raad bijeengekomen' [1440-60; MNW-R], dat water vergaerde 'het water vloeide weer samen' [1458; MNW-P], 'bijeenbrengen, verzamelen' in olyvebomen hebben mer geen oly vergaren 'olijfbomen hebben, maar geen olie verzamelen' [1458; MNW-P]; vnnl. vergaederen, vergaeren 'bijeenkomen; bijeenbrengen, verzamelen' [1599; Kil.]; nnl. vergaren 'bijeenbrengen, verzamelen' in wat boterbloemetjes vergaerd [1787; WNT], roem vergaĆ¢ren [1793; WNT], al de schat van kennis, dien hij over ItaliĆ« had vergaard [1886; WNT].
Hetzelfde woord als vergaderen, maar dan met wegval van de intervocalische -d-, zoals la is ontstaan uit lade. Zie vergaderen voor de scheiding van de vormen vergaderen en vergaren.
Fries: fergearje, fergarje


  naar boven