1.   kaaiman zn. 'krokodilachtig reptiel (geslacht Caiman)'
categorie:
leenwoord, volksetymologie
Vnnl. egdissen, dye by den ingheboren ghenaemt worden Caymanes 'hagedissen, die door de inheemse bevolking kaaimans genoemd worden' [1598; WNT], de Crocodillien worden van menige menschen Caymans gheheeten [1602; WNT].
Internationaal leenwoord, waarvan de uiteindelijke oorsprong onzeker is. In de oudste vindplaatsen in Spaanse teksten wordt het woord caiman [vanaf 1530; Friederici] inheems Zuid-Amerikaans genoemd. Het zou dan wrsch. Caribisch zijn en misschien verwant zijn met een Caribisch woord macayuman 'zeekrab'. Er bestaan echter verscheidene attestaties van caiman, cayman [vanaf 1591; Friederici] uit de Afrikaanse Niger-Congo-talen, wat kan betekenen dat het woord door de Portugezen, Spanjaarden en Afrikaanse slaven naar Amerika gebracht is. Cayman zou volgens Bontius in 1631 ook in heel Oost-Indië bekend zijn. De voorlopige conclusie van OED luidt dan ook: "Deze naam is blijkbaar een van die woorden die de Portugezen en Spanjaarden al heel vroeg oppikten aan de ene kant van de wereld en lieten inburgeren aan de andere kant van de wereld."
In veel Europese talen bestond het woord al vroeg in vrijwel identieke vorm: Spaans caimán [1530; Corominas]; Portugees caimão [16e eeuw; Da Cunha] (thans jacaré, uit een Braziliaanse inheemse taal); Frans caymane [1584; Rey] (nu caïman); Engels caiman [1577; OED] (nu cayman); Duits caymon [1589; Delattre 1943] (nu Kaiman).
Vroeger was dit woord waar het bekend was een benaming voor de lokaal voorkomende krokodilachtige diersoorten en het werd daardoor opgenomen in de talen van de kolonisatoren, ook in het Nederlands voor de krokodillen in Nederlands-Indië. Bij het standaardiseren van een internationale taxonomie voor het dierenrijk werd de wetenschappelijke naam Caiman gereserveerd voor een geslacht van zes soorten krokodilachtigen binnen de familie der alligators, die alleen in Midden- en Zuid-Amerika voorkomen.
Door volksetymologische associatie met man luidt het meervoud tegenwoordig veelal kaaimannen i.p.v. ouder kaaimans.
Fries: -


  naar boven