1.   vacature zn. 'openstaande betrekking'
categorie:
leenwoord
Vnnl. vacaturen 'opengevallen plaatsen, ambten' [1569; iWNT], by vacature van eenighe der selver plaetsen 'bij onbezet zijn van enige van deze plaatsen' [1672; iWNT].
Ontleend aan middeleeuws Latijn vacatura 'ambtsleen dat vrij komt' [13e eeuw; Niermeyer], een afleiding van vacare 'vrij, leeg zijn', zie vacant.
Fries: fakatuere


  naar boven