1.   vitrine zn. 'glazen kast; etalage'
Nnl. vitrine 'glazen uitstalkast' in In de afdeeling byouterie zijn geheele vitrines ingenomen door de snuifdoozen [1868; Gids 4, 532], ook wel 'etalage, uitstalraam van een winkel' in Terwijl de verkoopartikelen in de glazen vitrines koopers lokken [1914; WNT].
Ontleend aan Frans vitrine 'uitstalkast met ruiten' [1834; TLF], afleiding van vitre 'glazen ruit', zie vitrage, naar het voorbeeld van Latijn vitrīnus 'van glas'.
Fries: fitrine


  naar boven