1.   grafiet zn. 'vorm van zuivere koolstof'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. koolstof komt in de natuur voor (als ...) graphit en anthracit ... [1831; WNT Aanv.], graphiet "potlooderts, zwart teekenkrijt, een brandbaar mineraal, eene verscheidenheid der koolstof, verontreinigd door toevallige inmengselen van ijzerhoudende aarde" [1847; Kramers], grafiet voor het poetsen van ijzerwerk, voor het smeren van machinedelen ter vermindering der wrijving [1869; WNT Aanv.].
Internationale wetenschappelijke term uit Hoogduits Graphit, in 1789 gevormd door de Duitse geoloog en mineraloog Abraham Gottlob Werner (1749-1817) op basis van Grieks gráphein 'schrijven', zie -grafie, vanwege de toepassing van het mineraal in schrijf- en tekenstiften.


  naar boven