1.   illumineren ww. 'feestelijk verlichten, versieren'
categorie:
leenwoord
Mnl. illuminieren '(een handschrift) versieren of illustreren' [1450-1500; MNW]; vnnl. illumineren 'id.' in te illumineren ... de capiteel groote letteren int missael 'de kapitalen in het gebedenboek te versieren' [1527; WNT floreeren II], 'ophelderen, verduidelijken van de betekenis van een tekst' [1697; WNT toorts]; nnl. illumineeren der Huizen 'huizen feestelijk verlichten' [1747; WNT].
Ontleend aan Frans illuminer 'versieren; ophelderen' [14e eeuw; Rey], ontleend aan Latijn illūmināre , gevormd uit in- 3 'in-' en het zn. lūmen (genitief lūminis) 'licht', zie lumineus en licht 1.
Zie ook illustreren, dat illumineren in de oude betekenis heeft vervangen, en de leenvertaling verluchten 1, die in bepaalde context nog wordt gebruikt, bijv. verluchte handschriften.


  naar boven