1.   irriteren ww. 'prikkelen, boos maken'
categorie:
leenwoord
Vnnl. irriteren 'tergen, boos maken' [1553; van den Werve]; nnl. ook wederkerend zich irriteren 'zich ergeren' [1912; WNT].
Al dan niet via Frans irriter 'prikkelen, boos maken' [14e eeuw; Rey], vaker wederkerend s'irriter 'boos worden, zich ergeren', ontleend aan Latijn irrītāre 'id.', van verder onbekende herkomst.
Wederkerend zich irriteren (aan) is wrsch. ontstaan door contaminatie met zich ergeren (aan).


  naar boven