1.   ion zn. 'geladen deeltje'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping
Nnl. ion 'deeltje' in de bestanddeelen van het ontlede ligchaam heeten volgens hem ionen [1855; Fock].
Internationaal wetenschappelijk neologisme, gevormd op basis van Grieks ión, de onzijdige vorm van het teg.deelw. van iénai 'gaan', zie circuit; de betekenis is dus letterlijk 'het bewegende'. Elektrisch geladen atomen of moleculen werden door de Britse natuurkundige Michael Faraday (1791-1867) in 1834 zo genoemd vanwege hun beweging in een elektrisch veld.
Faraday introduceerde tegelijkertijd ook de woorden elektrode, anode en kathode. Het woord ion inspireerde latere natuurkundigen tot invoering van de uitgang -on in het neologisme elektron en vervolgens als productief achtervoegsel in vele andere namen voor kleine, elementaire, reële of fictieve deeltjes.


  naar boven