1.   thee zn. 'aftreksel van bladeren'
categorie:
leenwoord
Vnnl. , tee 'bladeren van de theeplant, aftreksel daarvan' in den Tee ... Int gebruijck begint te komen [1637; WNT], De Cià ..., die van enigen ook Té genoemt word [1668; WNT], thé, thee 'id.' in thee, of diergelijke waeren ... uyt Indien sullen overkomen [1688; WNT], een casje met thé [1694; WNT]; nnl. thee 'aftreksel van bladeren' in 's morgens thee of koffij [1809; WNT].
Ontleend via Maleis teh 'aftreksel van zekere bladeren' aan Hokkien-Chinees . In de latere spelling thee met -h-, is wrsch. sprake van vergrieksing: theedrinken was aanvankelijk prestigieus (Van der Sijs 2005; 394).
De Kantonese vorm cha is onder meer ontleend als Portugees chá, Arabisch šāy en Turks çay, en deze is via het Portugees ook in andere Europese talen terechtgekomen; in het Nederlands zijn bijv. de vormen cha, chaa [1596; WNT], tsia [1646; WNT], cià [1668; WNT] geattesteerd. Russisch čaj (dat vandaaruit in andere Slavische talen is overgenomen) is daarentegen ontleend aan de Noord-Chinese (Mandarijn) vorm chá. Het woord thee uit het Hokkien-Chinees en het Maleis is vooral door de Nederlanders in Europa verspreid.
Fries: tee


  naar boven