1.   begrijpen ww. 'met het verstand vatten, omvatten'
categorie:
geleed woord, leenvertaling
Onl. begriphen 'aanvatten, omvatten' [ca. 1100; Will.]; mnl. begripen 'aangrijpen, aanpakken; omvatten', te begripene (infinitief) 'onder handen nemen, berispen' [1236; CG I, 21], begripen 'grijpen, in beslag nemen' [1240; Bern.], begreep (pret.) 'pakte aan' [1350; MNW], begripen 'verstaan, begrijpen' [1430; MNHWS]; vnnl. begrijpen 'verstaan, grijpen' [1573; Thes.].
Afleiding met be- van het werkwoord grijpen.
Mhd. begrifen 'met het verstand vatten' (nhd. begreifen); nfri. begripe.
De overdrachtelijke betekenis van begrijpen 'met het verstand vatten, doorgronden' is opgekomen bij de mystici. Wrsch. is deze betekenisuitbreiding ontstaan onder invloed van mhd. begrifen, dat een leenvertaling is van Latijn comprehendere 'aanpakken, omvatten, begrijpen'. Ook dit Middelhoogduitse woord had oorspr. de concrete betekenis 'omvatten'. Het is aannemelijk dat Latijn comprehendere een directe invloed heeft gehad op mnl. begripen, zie begrip. Het werkwoord vatten heeft eenzelfde ontwikkeling gekend, evenals Engels grasp 'vastpakken, begrijpen'.
Fries: begripe


  naar boven