1.   introvert bn. 'naar binnen gekeerd'
categorie:
leenvertaling, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. introvert (zn.) 'naar binnen gekeerd persoon' [1947; Kramers II], (bn.) 'naar binnen gekeerd' [1950; van Dale]. Eerder al de afleiding introversie "binnenwaartskering" [1931; Kramers II].
Nederlandse vorming op basis van Duits introvertiert, Engels introverted en Frans introverti 'id.', termen die in de psychologie in het begin van de 20e eeuw algemene bekendheid kregen door het werk van de Zwitserse psycholoog en filosoof C.G. Jung (1875-1961). Gevormd uit het Latijnse voorvoegsel intrō- '(naar) binnen' (zie introduceren) en vertere 'keren, wenden' (waaruit ook bijv. versie; verwant met worden), met bijgedachte aan een fictief Duits werkwoord *vertieren.
Jung gebruikte in zijn werk ook voor het eerst het door hem bedachte woord extravertiert, zie extravert; het Duitse woord introvertiert met deze psychologische betekenis 'naar binnen gekeerd' bestond echter al voor Jungs tijd, evenals Engels introverted 'id.' [1669; OED].
Zoals bij extravert onder invloed van introvert de nevenvorm extrovert is ontstaan, bestaat van introvert ook een nevenvorm intravert, die echter veel minder frequent is dan extrovert.


  naar boven