|
1. |
jus zn. (NN) 'vleesnat; sap' categorie: leenwoord Vnnl. juys 'sap van vlees of fruit, vleesnat' [1567; WNT]; nnl. jeu 'id.' [1710; Marin], jeu, sjeu 'vleesnat' [1770; WNT], dan de nu uitsluitend gebruikelijke vorm jus [1784; WNT]; buiten de woordenboeken meestal alleen 'vleesnat (of daarvan bereide saus)'. Ontleend en herontleend aan Frans jus [1165; Rey], waarvan voorheen de -s nog werd uitgesproken en dat ontwikkeld is uit Latijn iūs 'saus, soep', een erfwoord dat wrsch. ook verwant is met kaas. De Franse uitspraak /žu/ (rijmend op nu) is in het Nederlands behouden, maar bij veel NN sprekers verscherpt tot /šu/. Latijn iūs is verwant met: Sanskrit yūṣ 'vleesnat'; Litouws jūšė 'soort soep'; Kerkslavisch jucha 'vleesnat, bouillon' (Russisch uchá 'vissoep', Kroatisch juha 'soep', Pools jucha 'pus, dierenbloed', Opper- en Neder-Sorbisch jucha 'drijfmest; vleesnat'); < pie. *ieu-s- 'vleesnat, sap', bij de wortel *ieu- 'mengen', waarbij verder o.a.: Sanskrit yauti 'mengen'; Litouws jauti 'mengen', en met een achtervoegsel wrsch. ook pgm. *iūs-ta-, waaruit on. ostr 'kaas' (nzw., nno. en nde. ost 'kaas' en door vroege ontlening Fins juusto 'kaas'), zie ook kaas. Aan een West-Slavische taal ontleend is vnhd. jauche 'vies afvalwater' (nhd. Jauche 'drijfmest, pus, slootwater', mnd. jüche 'vleesnat', oostelijk mnl. iuchen 'vleesnat' [1477; Teuth. brode], iuche 'id.' [1518; Claes 1997] en nog in de 17e eeuw dat hy door seeckere juche of soppe soude werden vergeven ('vergiftigd') [1641; WNT juch]. De definitieve doorbraak van jus ging ten koste van het tot dan toe gebruikelijke synoniem sop. Het woord jus is uitsluitend NN. Het gewone BN woord is vleesnat. ◆ jus d'orange zn. 'sinaasappelsap'. Nnl. jus d'orange [1955; Kolsteren], in het NN ook wel verkort tot jus [1986; Philippa 1986]. Ontleend aan Frans jus d'orange, letterlijk 'sap van sinaasappel', waarin orange dezelfde oorsprong heeft als oranje. Het BN woord is sinaasappelsap of appelsiensap. Literatuur: M. Philippa (1986), 'Frisse alcoholvrije dranken in Nederland', in: Nederlands van nu 34, 74-78
|
2. |
jus d'orange categorie: leenwoord Zie: jus
|
naar boven
|