1.   bamzaaien ww. 'in den blinde trekken van de langste of kortste lucifer'
categorie:
leenwoord, etymologie in brontaal onbekend
Nnl. bamzaaien 'raden van bijv. het aantal lucifers in de gesloten hand' [ca. 1940; pers.waarn.], [1972; Endt], ook banzaaien [1943; WNT Aanv.] met -n- < -m- door assimilatie aan de -z-.
Wrsch. gaat het om een ontlening aan Jiddisch baam zajen 'bij de zajen', waarin zajen ontleend is aan Hebreeuws zajin 'zevende letter van het Hebreeuwse alfabet', wat dan de letterafkorting van zonef 'staart, penis' (< Hebreeuws zānāv) zou kunnen zijn, aangezien er vaak 'strootje' getrokken wordt met lucifers. Het zou dus kunnen gaan om Jiddische geheimtaal voor 'bij de staart'.
De vaakst aangehangen etymologische verklaring gaat uit van ontlening aan de Japanse uitspraak van Chinees wan sui '10.000 jaren' (dus 'vele jaren'), wat sedert het eind van de 19e eeuw in Japan als heilwens geroepen wordt, oorspr. alleen tot de keizer: heika banzai 'hij leve vele jaren', en algemener 'hoera!'. Deze verklaring is echter weinig wrsch.


  naar boven