1.   sensueel bn. 'zinnelijk'
Nnl. sensueel 'zinnelijk' [1824; Weiland] in Fredrik Hendrik was sensueel, politiek, half Franschman [1853; Bilderdijk], 'zinnelijke gevoelens opwekkend' [1960; Koenen].
Ontleend aan Frans sensuel 'zinnelijk' [1541; TLF], eerder 'met betrekking tot de zintuigen' [1370; TLF]. Ontleend aan christelijk Latijn sensuālis 'met betrekking tot de zintuigen', van sēnsus 'zintuig, gevoel', afleiding van sentīre 'voelen', zie sentiment.
Literatuur: W. Bilderdijk (1853), Geschiedenis des vaderlands. Amsterdam, deel 13, eerste stuk, 25
Fries: sensueel


  naar boven