|
1. |
nevens vz. 'naast' categorie: geleed woord Mnl. nevens, neffens 'bij, naast, langs' in neuens ser halains kinder lant 'naast het stuk land van de kinderen van heer Alain' [1251-75; VMNW], bewesthalf neffens der abdyen 'aan de westzijde naast de abdij' [1275; VMNW]. Afleiding van het voorzetsel neven met bijwoordelijke -s. Het woord heeft echter al voor de schriftelijke overlevering zelf ook een voorzetselfunctie gekregen. Opvallend is dat neffens in het Middelnederlands frequenter is dan nevens, terwijl daarnaast neven (zonder -s) frequenter is dan neffen. Zie ook effen. Nevens is tegenwoordig verouderd. Fries: neffens 'volgens'
|
naar boven
|