1.   bombazijn zn. 'soort stof'
categorie:
leenwoord
Vnnl. bombasijn 'stof van zijde en katoen' [1574; Kil.], bombasijn, boombasijn, boom-wolle 'bombazijn' [1599; Kil.].
Ontleend aan Frans bombasin 'id.' [14e eeuw] < Italiaans bambagino, verwant met Latijn bombȳx 'zijde' < Grieks bómbux. Zie voor een latere afleiding onder bombast.
In het Vroegnieuwnederlands werd de naam in verband gebracht met het zn. boom (zie Kil. 1599) en daardoor betekende het ook boomzijde of boomwol, dus 'katoen'. Vroeger werd katoen ook gebruikt bij de vervaardiging van bombazijn.
Literatuur: De Bruijn-van der Helm 1992
Fries: bombasyn, bommesyn.


  naar boven