1.   sinds vgw. 'vanaf het tijdstip dat'; vz. 'vanaf'
Onl. sint (bw.) 'vanaf die tijd, daarna' in ande leuede sint cristenliche 'en leefde sindsdien op christelijke wijze', Sint quamen se beithe zo Rome 'daarna kwamen ze beiden naar Rome' [beide 1151-1200; Reimbibel], (vgw.) 'nadat' in wort er nieht neuerahl, sint sie ime unser herre beuahl 'hij zweeg niet nadat onze Heer hem opdroeg te spreken' [1151-1200; Reimbibel]; mnl. sint, sent, ook 'in dat geval, aangezien' in sint dat men die hogher heft ghegheuen dan ... 'wanneer men er meer voor heeft gegeven dan' [1240-60; VMNW], Sent dat si uan der werelt schiden 'nadat ze (de zielen) de wereld verlaten hadden' [1265-70; VMNW], als vz. 'sinds, na' in zend Voorscoter mark 'sinds de Voorschoter markt' [1317; MNW]; vnnl. Tsynts desen tyt queelt myn siele om heur minne 'sindsdien smacht mijn ziel naar haar liefde' [ca. 1570; iWNT], sinds het overgaan 'sinds de overgave' [1608; iWNT overgaan], Naar een beslepen schrand're Heb ick alt' sints bespeurt 'ik heb sindsdien altijd gespeurd naar een slimmerik' [1610-20; iWNT voldoen].
Een alleen in het Nederlands, Nederduits en Hoogduits voorkomende nevenvorm *sinþ- van de wortel van Proto-Germaans *sīþiz 'later' (Nieuwhoogduits seit), zie sedert, met bijwoordelijke -s (zie -s 2). Volgens FvW is mnl. sint ontstaan uit siden(t), zoals in Die de heidine langhe siden. Anbeden 'die de heidenen nog lang daarna aanbaden', sident na dien dach 'nadien, na die dag' [beide 1285; VMNW]. Deze verklaring is onwaarschijnlijk, omdat sint al voorkomt in het Oudnederlands, voor de wegval van intervocalische -d-. Mnl. siden(t), dat geen equivalenten heeft in de andere Germaanse talen, kan zijn ontstaan door contaminatie van side 'laat', waarvoor eveneens zie sedert, en sint; of het kan een voortzetting zijn van Proto-Germaans *sīþiz 'later' (mnl. *sijt is in deze betekenis zelf niet geattesteerd) met toevoeging van de Noordzee-Germaanse bijwoordelijke uitgang -n, die in het algemeen een richting uitdrukt (zie beneden), en in dat geval wellicht ook 'vanaf een bepaald tijdstip', en met toevoeging van een paragogische -t als in enkelt bij enkel 2.
Mnd. sint, sent 'sinds; sindsdien'; ohd. sint demu 'sindsdien' (mhd. sīnt dem māle 'id.', nhd. alleen als sintemal 'aangezien').
Voor een verklaring van de huidige anlaut s- i.p.v. z-, zie sedert. De woorden sedert en sinds zijn in de standaardtaal synoniem, maar sinds is het gewone woord, terwijl sedert tot een hoger stijlniveau behoort en in de spreektaal zelden voorkomt. In de functie van bijwoord, in het Middelnederlands nog heel gewoon, komen beide nauwelijks meer voor; in plaats daarvan gebruikt men de koppeling sindsdien en sedertdien 'vanaf die tijd'.
Fries: sûnt


  naar boven