1.   adjudant zn. 'toegevoegd officier; onderofficier'
categorie:
leenwoord
Nnl. adjudant 'toegevoegd officier' [1706; WNT].
Ontleend aan Frans adjudan, adjudant 'hulpkanonnier' [1671], 'toegevoegd officier' [1776] < Spaans ayudante, teg.deelw. van ayudar 'helpen' < Latijn adiūtāre 'helpen, bevorderen', frequentatief van adiuvāre 'helpen, steunen', gevormd uit ad- 'tot, bij' en iuvāre 'helpen, bevorderen, steunen', van onduidelijke verdere herkomst.
De Franse spelling en uitspraak ad- berust op aanpassing aan het Latijn. Het Duits heeft het woord in de 17e eeuw ook aan het Frans ontleend, en nog verder aan het Latijn aangepast: Adjutant.


  naar boven