1.   zombie zn. 'levende dode'
Nnl. in de zombie ... is een zielloos menschelijk lijk, nog dood, maar uit het graf gehaald en door tooverkracht begaafd met een mechanische gelijkenis van leven [1928; NRC].
Ontleend aan Amerikaans-Engels zombie 'levende dode', ouder zombi [1819; OED] dat via het voodoo-geloof in het Caribisch gebied afkomstig is uit een West-Afrikaanse taal, zoals Kimbundu -zumbi 'geest' of nzambi 'god', of Kikongo zumbi 'fetisj'.
Fries: somby


  naar boven