1.   toendra zn. 'mossteppe'
categorie:
leenwoord
Nnl. tundra 'steppe in Siberië' [1856; WGeysbeek].
Ontleend aan Russisch túndra 'toendra' [1691; Van der Sijs 1998], een ontlening van Laps tūndar 'berg' of van Fins tunturi 'boomloze hoogvlakte, (noordelijke) berg', dat zelf ontleend is aan het Lapse woord of een van zijn verwanten.
Fries: tûndra


  naar boven