1.   kruit zn. 'explosieve stof'
categorie:
waarschijnlijk substraatwoord
Mnl. in bossen, stien, cruut 'kanonnen, stenen kogels, kruit' [eind 14e eeuw; MNW], in samenstellingen als donrecruyde letterlijk 'donderkruid' [1377-81; MNW teems], bussen cruyt 'buskruit' [1441; Van der Meulen 1942a]; vnnl. cruyt ende loot 'kruit en kogels' [1592; WNT], alle hun cruyt verschoten 'hun hele schietvoorraad opgebruikt' [1625; WNT verschieten]; nnl. al zijn kruit verschoten hebben ook overdrachtelijk 'al zijn krachten of hulpmiddelen verbruikt hebben' [1846; WNT verschieten].
Hetzelfde woord als kruid, dat in de 14e eeuw ook de betekenis 'tot poeder gemalen specerij' had gekregen, waaruit zich via algemener 'poeder' de betekenis 'schietpoeder, buskruit' kon ontwikkelen. Naast samenstellingen als buskruit en donrecruut bestonden dan ook buspoeder 'kanonpoeder' [1432-68; MNW salpeter] en donrebuspoeder 'donderbuspoeder' [1342-68; MNW donderbuspoeder]. Dat de betekenisontwikkeling is verlopen van 'kruiderij, specerij' en 'geneeskrachtig kruid' via 'wonderkruid, toverkruid, alchemistenkruid' naar 'ontploffend kruid, schietpoeder' wordt vaak geopperd, maar lijkt als volledige verklaring minder waarschijnlijk, daar het uiterlijk van buskruit ook in vele andere talen de aanleiding voor de naamgeving is geweest, bijv. Duits (Schieß)pulver, letterlijk '(schiet)poeder', Engels (gun)powder letterlijk '(kanon)poeder', Frans poudre (canon) 'id.', Spaans pólvora, Italiaans polvere pirica 'vuurpoeder', Iers pudar gunna. Het aspect 'toverkruid' zal echter wel enige rol hebben gespeeld in talen zoals het Nederlands, waarin kruit 'buskruit' is gaan betekenen en poeder die betekenis niet heeft gekregen of weer heeft verloren.
Mhd. krūt, nhd. (verouderd) Kraut); nzw. krut.
Tot in het Vroegnieuwnederlands maakte men nog geen duidelijk betekenisonderscheid tussen de spellingen met -d en -t, maar in de betekenis 'plant, kruiderij' bestond het meervoud kruiden, dat bij de betekenis 'schietpoeder' ontbrak. De tendens om plant en kruiderij dus te spellen met -d en het schietpoeder met -t, werd ten slotte vastgelegd in de spelling-De Vries en Te Winkel [1866; WL].
Literatuur: Schönfeld, par. 47, opm. 1
Fries: krûd


  naar boven