1.   pornografie zn. 'erotisch prikkelende literatuur, film, kunst e.d.'
categorie:
leenwoord
Nnl. eerst alleen pornograaph "een bordeel" [1832; Weiland], "een schrijver over hoererij; ontuchtig schrijver" [1847; Kramers], dan ook pornographie 'erotisch prikkelende kunst(uiting)' in bijzonderheden die tussen naturalisme en pornographie het midden houden [1885; Groene Amsterdammer], pornographie 'onzedelijke boeken, platen enz.' [1917; Kramers II], ook verkort als porno 'pornografie' [1973; Spectrum].
Ontleend aan Frans pornographie 'erotisch prikkelend (kunst)werk' [1842; Rey], eerder al 'verhandeling over prostitutie' [1800; Rey], afleiding van pornographe 'iemand die schrijft over prostitutie, obsceen gedrag' [1769; Dauzat], gebruikt als boektitel (Le Pornographe) van een werk van Rétif de la Bretonne (1734-1806), in de renaissance [1558; Rey] rechtstreeks ontleend aan Grieks pornográphos 'auteur van obscene geschriften', gevormd uit pórnē 'prostituee', en -graphos 'schrijver', zie -grafie.
Grieks pórnē betekent letterlijk 'vrouw die zichzelf verkoopt' en is afgeleid van het werkwoord pernánai 'verkopen, i.h.b. van levende waar zoals slaven' < pie. *perh2- 'verkopen' (LIV 474).
Oorspronkelijk werd pornografie gedefinieerd als een werk (schilderij, standbeeld of boek) dat het leven van prostituees verbeeldde. Vanaf 1880 breidde de betekenis zich uit naar de toenmalige boeken en kunstuitingen, waardoor de betekenis geleidelijk verschoof naar een werk dat de lezer of de kijker erotisch probeerde te prikkelen.
De verkorting is ontleend aan Amerikaans-Engels porno, eerst als bn. [1952; BDE], later als zelfstandig gebruikt zn. [1968; BDE], naast Amerkaans-Engels zn. porn [1962; BDE], later bn. porn [1963; BDE]. In het Frans is de verkorting porno [voor 1893; Rey] van pornographie al een halve eeuw ouder.
Fries: pornografy


  naar boven