1.   populair bn. 'geliefd'
categorie:
leenwoord, etymologie van een woorddeel onbekend
Vnnl. populaer, populair 'van het volk, niet bestaand uit aristocraten' in seditieuse ende populare factien ... deeser Stede ... 'opstandige en volkse politieke groeperingen' [1587; Van Meteren 1599], 'bemind, geliefd, gezien' in dat hij ... niet populair genoegh en was [1698; WNT]; nnl. populair ook 'voor een minder ontwikkeld publiek bedoeld' in dat populair spreeken ... zeer ver af is van onbeschaafd te spreken [1798; Vad.lett., 16], 'van het volk, volks-' in de schrijfwijze kalkhoen schijnt op ... populaire etymologie te wijzen '... op volksetymologie' [1917; WNT kalkoen I], 'in de mode' in het operettewijsje dat toen ter tijd populair was [1936; WNT].
Ontleend aan Frans populaire 'bekend en geliefd onder het volk' [1559; TLF] en 'simpel, zonder pretenties' [1556; TLF], ouder populeir 'van of betreffende het volk' [ca. 1200; TLF], ontleend aan Latijn populāris 'van het volk', gevormd uit populus 'volk' met het achtervoegsel -āris, een variant met dissimilatie van de -l- van het achtervoegsel -ālis 'betreffende'. Latijn populus is misschien verwant met volk; een andere mogelijkheid (BDE) is dat het woord is ontleend aan het Etruskisch; zo bestond er een Etruskische plaatsnaam Puplu < *Pupluna, die in het Latijn Populōnia is gaan heten.
Fries: populêr


  naar boven