1.   desk zn. '(virtueel) bureau, balie'
categorie:
leenwoord
Nnl. desk 'bureau' [1979; Sijs 2001].
Ontleend aan Engels desk 'schrijf- of leestafel' [1386; OED] < middeleeuws Latijn desca, dat weer een middeleeuwse nieuwvorming was bij Latijn discus 'schijf' (zie discus), dat ook ten grondslag ligt aan onl. disc 'tafel', zie dis.
desktop zn. 'computer die op een bureau past, personal computer; bureaublad-scherm op de computer'. Nnl. desktop 'computer die op het bureau past' [1986; Sijs 2001], 'bureaublad-scherm' [jaren 1990; pers.waarn.], in de betekenis 'computer' verkorting van desktop computer 'computer die op het bureau past'. Ontleend aan Engels desktop computer [jaren 1960; Coster 1999], ook in het Engels verkort tot desktop [1983; OED] 'id.', van desk 'bureau' en top 'bovenkant', zie top; in de betekenis 'bureaublad-scherm' ontleend aan de Engelse verkorting desktop 'id.'. ◆ helpdesk zn. 'ondersteuningsdienst, vooral voor gebruikers van computers'. Nnl. helpdesk [1994; Sijs 2001]. Ontleend aan Engels help desk 'id.', van help 'hulp, ondersteuning' en desk in de betekenis 'dienst'.


  naar boven