1.   tevreden bn. 'voldaan, content'
categorie:
geleed woord
Mnl. te vreden 'rustig, vredig, kalm gestemd' in dat hi de nonnen setdte the vreden 'dat hij de nonnen geruststelde' [1276-1300; VMNW], Doe dauid sat in sire tale (lees sale). Te vreden vtermaten wale 'toen (koning) David in alle vrede in zijn paleis verbleef' [1285; VMNW huus II], te vreden, tevreden 'in zijn schik, voldaan, ingenomen' in so warwi alle te vreden 'dan zouden we allemaal voldaan zijn' [1290-1310; MNW-P], Ic en was nie soo wel te vreden, als dat icken jeghen u cochte om gelt 'ik was nooit zo in mijn schik als toen ik hem met geld van u kocht' [ca. 1410; MNW], des is men tevreden 'daarmee is men in zijn schik' [ca.1450; MNW].
Gevormd uit te 1 'in, met, bij e.d.' en de datief van vrede in de betekenis 'gemoedsrust, welzijn'. Vergelijkbaar met Duits zufrieden en Zweeds tillfreds.
Fries: tefreden


  naar boven