1.   traan 2 zn. 'visolie'
Mnl. traen 'walvisolie' [kort voor 1413; MNW].
Mnd. trān 'visolie' (vanwaar door ontlening nhd. Tran).
Eigenlijk 'door koken uit het vet geperste druppels' en dan identiek met traan 1, vergelijk ook vnnl. traen 'boomhars' [1599; Kil.] dat zich op dezelfde manier heeft ontwikkeld.
Fries: traan


  naar boven